Vaak wordt er gevraagd: Met een S of met een Z? Steevast was het antwoord hierop de echte, die kleur bekend. Maar was dit wel juist?
Met enige trots was dus het antwoord Zwart met een “Z”. Dit geeft de context weer van het volgende verhaal.
Door Napoleon is de burgelijke stand ingericht met o.a. de consequentie dat ieder een vaste achternaam moest kiezen. In Friesland was het tot 1811 gebruikelijk dat je de voornaam van je vader je achternaam werd met een achtervoegsel. Zo was het de beurt aan Gerben Pieters om zich te melden bij de burgelijke stand en hij heeft het volgende op laten tekenen:

Echt duidelijk is de naam niet geschreven en is ook niet ondertekend door Gerben. Dat hij niet kan schrijven help ook niet in hoe de naam bedoeld is te worden geschreven. De transcriptie dan maar bekijken:

Oops! In 1812 wordt Swart nog eens herhaald o.a. in een naamsaanneming van zoon Ouwe (1786-1814) en bij het huwelijk van Ouwe met Bregje Klases Lautenbach. Hier een detail van de huwelijksacte:

Ook de zoon van Ouwes: Gerben (1786-1814) (1813-1865) krijgt de naam Swart hij is enig kind en hij kinderloos blijft, zo sterft deze “Swart” tak uit. Triest is dat zijn vader Ouwe stierf toen Gerben nog geen 2 jaar was. Zijn moeder hertrouwde en stichtte een nieuw gezin met 9 kinderen. Toen de jonge Gerben 7 jaar was is hij in 1820 met het gehele gezin vertrokken naar de kolonie Frederiksoord en blijf daar tot zijn 21ste jaar.
Hoe de spellingsvarianten zijn ontstaan is niet geheel duidelijk, maar de zoon van Gerben Pieters, Pieter Gerben (1783-1849) tevens de voorouder, gebruikt wel consequent de naam Zwart, zo ook zijn nazaten.